Correcties en demping van meting
Het is aan te bevelen om de met en regel sensoren periodiek met een gekalibreerde sensor te controleren. Wanneer een afwijking wordt geconstateerd, kan voor elke sensor een correctie worden ingevoerd.
Naast correcties voor het weerstation, kan ook een demping op de meting worden ingesteld. De demping van de windrichting, windsnelheid en lichtinstraling heeft tot doel de klimaatregeling een stabielere meting te geven.
Het is niet wenselijk om bij snel wisselende ongunstige weersomstandigheden een fluctuerende meting te krijgen waardoor de regeling erg instabiel wordt.